Het is bijna te onsmakelijk voor woorden. Een discussie voorafgaand aan de Nationale Dodenherdenking, over wie we wel en wie we niet mogen herdenken. ‘Alleen in Nederland,’ denk ik dan. Waar gaat het nog over. Toch zitten er zinvolle elementen in die discussie. In 2012 is een dodenherdenking simpelweg niet hetzelfde als in 1946. Maar wie bepaalt wat? En in hoeverre moet de officiële, traditionele organisatie en gedachte ook meegroeien?
Joods alleenrecht
Ik ga mij niet uitputten in het betonen van medeleven aan de Joodse gemeenschap. Het is voor ieder normaal mens klaarhelder aan welke gruwelijkheden zij als groep zijn blootgesteld tijdens de Tweede Wereldoorlog. Dat soort dingen kan en mag niet gebeuren. Dat het toch is gebeurd, heeft diepe wonden achtergelaten bij onze Joodse medemens, hoe kan het ook anders. Maar een litteken geeft geen vrijbrief om als enige over de aard van je verwonding te treuren. Daarnaast zijn er ettelijke Nederlanders ook slachtoffer van de Duitse overheersing geweest, zonder dat dat omwille van hun religie was. Het kan dan ook simpelweg niet aan de Joodse gemeenschap zijn om invulling te geven aan een Nationale Dodenherdenking. Hoewel zwaar getroffen, zijn zij niet de enige slachtoffers. En toch drukken zij in mijn beleving soms de zwaarste stempel op hoe er herinnerd moet worden. Wat mij betreft zouden ze daarin best wat kunnen matigen en wat meer inlevingsvermogen jegens andersgetroffenen betonen.
Discussies
De discussies gingen de afgelopen weken over een gedicht ter ere van een Nederlandse SS-er, die in Rusland om het leven is gekomen. Een hele foute keuze, zo stelde Auke, maar desalniettemin treurde hij om het heengaan van zijn oudoom. Dat gedicht zou voorgedragen worden op de Dam, ware het niet boze Joodse belangenvertegenwoordigers daar een stokje voor staken. Daarnaast wilde men in Vorden ook een aantal aldaar begraven Wehrmacht-strijders herdenken. Ik heb begrepen dat men ervan uitgaat dat zij tegen hun wil in Duitse dienst zijn getreden, en dus ook slachtoffer zijn. Of wellicht denkt men dat. Hoe dan ook, ook hier werd een stokje voor gestoken.

Nationaal is nationaal
Ik heb er moeite mee om binnen de Nationale Dodenherdenking zo officieel stil te staan bij soldaten van de “tegenpartij”. Er is door Duitsland zo onnoemelijk veel leed berokkend en er zijn zoveel goede Nederlanders (Joods en anderszins) door hun toedoen om het leven gekomen, dat de Nationale Dodenherdenking eigenlijk niet veel ruimte kan bieden aan de grijstinten die elke oorlog rijk is. Natuurlijk was niet elke Duitser per definitie fout. En natuurlijk was niet elke Nederlander goed. De essentie lijkt mij dat wij moeten herdenken wie er stierf voor het terugwinnen en behoud van onze vrijheid. De vrijheid die wij zo koesteren. En hoezeer die Wehrmacht-soldaten misschien ook liever thuis zijn geweest; er bestaat best een kans dat zij in hun Hitlergrauwe uniform (met tegenzin?) een kogel hebben afgevuurd op een Nederlander. Een Nederlander die opkwam voor zijn medeburgers, voor de vrijheid, voor zijn land. En die Wehrmacht-soldaat zou binnen een nationale herdenking niet herdacht mogen worden. De oudoom van Auke heeft zijn rechten op een officiële herdenking al helemaal verbeurd.
Vrijheid van herdenken
Maar de criteria voor het herdenken van doden zijn in de loop der jaren verschoven. Ook eren wij hen die na de oorlog vielen, zelfs tot recent in Afghanistan aan toe. Zeventig jaar na dato weten we beter dan kort na de oorlog dat er grijstinten bestaan. De rauwe pijn van verse wonden is afgenomen tot een verstoord krabben aan littekens. Het merendeel van de Nederlanders die twee minuten zwijgen, hebben zelf geen oorlog meegemaakt. Kennen vrijheid alleen als een abstracte term, maar niet iets waar je echt voor kunt of hoeft te vechten. Laat onder die omstandigheden iedereen zelf kiezen welke doden ze herdenken. Kies een grijstint en gedenk de stervende Wehrmacht-soldaat, die liever thuis was gebleven. Of gedenk die oudoom, die om zulke misplaatste redenen zijn leven voor een dwaze utopie gaf. Ieder het zijne. Gedenk wie je wilt. Maar binnen de officiële plechtigheden moeten we bovenal de gedachte achter de dodenherdenking eer aan doen.
Zij die stierven voor mijn vrijheid, ik dank jullie.
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...